Belastingreglement op de leegstaande woningen of gebouwen in Herent

Het belastbaar voorwerp
Er wordt voor een termijn van 01.01.2020 tot en met 31.12.2025, een jaarlijkse belasting gevestigd op woningen en gebouwen die gedurende minstens 12 opeenvolgende maanden opgenomen zijn op het gemeentelijk leegstandsregister.

Inleidende begrippen

Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:

  1. IGO DIV
    De Intergemeentelijke administratieve eenheid die door de gemeenteraad wordt belast met de opmaak, de opbouw, het beheer en de actualisering van het leegstandsregister.
  2. Administratieve akte
    Genummerd document dat inventarisatiedatum, kadastrale gegevens van het leegstaande pand, de zakelijke gerechtigden, de beslissing tot opname in het leegstandsregister en de beroepsmogelijkheid tegen de opname in het leegstandsregister omvat.
  3. Beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen
    1. Een aangetekend schrijven
    2. Een afgifte tegen ontvangstbewijs
    3. Elke andere door de Vlaamse Regering toegelaten betekeningswijze waarbij de datum van kennisgeving met zekerheid kan worden vastgesteld.
  4. Gebouw
    Elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, met uitsluiting van bedrijfsruimten, vermeld in artikel 2, 1°, van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten.
  5. Woning
    Elk onroerend goed of het deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van één gezin of één alleenstaande, waarin zich geen andere woningen bevinden.
  6. Pand
    Een gebouw of een woning.
  7. Kamer
    Woning waarin één of meer van de volgende voorzieningen ontbreken: WC, bad of douche, kookgelegenheid en waarvan de bewoners voor deze voorzieningen afhankelijk zijn van de gemeenschappelijke ruimten in of aansluitend bij het gebouw waarvan de woning deel uitmaakt.
  8. Leegstandsregister:
    Het gemeentelijk register van leegstaande woningen en gebouwen dat opgemaakt wordt als een digitaal bestand, conform de technische richtlijnen van het departement ruimtelijke ordening, woonbeleid en onroerend erfgoed.
  9. Inventarisatiedatum
    De datum waarop het gebouw en/of de woning en/of de kamer op de inventaris wordt opgenomen.
  10. Leegstaand gebouw
    Een gebouw waarvan meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte niet overeenkomstig de functie van het gebouw wordt aangewend gedurende een periode van ten minste twaalf opeenvolgende maanden. Hierbij wordt geen rekening gehouden met woningen die deel uitmaken van het gebouw.
  11. Leegstaande woning
    Een woning die gedurende een periode van ten minste twaalf opeenvolgende maanden niet aangewend wordt in overeenstemming met hetzij de woonfunctie, hetzij elk andere door de Vlaamse Regering omschreven functie die een effectief en niet-occasioneel gebruik van de woning met zich mee brengt.
  12. Leegstaande kamer
    Een kamer die gedurende een termijn van 12 opeenvolgende maanden niet aangewend wordt in overeenstemming met de woonfunctie of in overeenstemming met een andere door de Vlaamse Regering vastgestelde functie die een effectief niet-occasioneel gebruik met zich meebrengt.
  13. Functie van het gebouw
    Indien de functie niet blijkt uit een vergunning of melding, wordt deze functie afgeleid uit het gewoonlijk gebruik van het gebouw voorafgaand aan het vermoeden van leegstand.
    1. Functie die overeenkomt met een voor het gebouw of voor gedeelten daarvan afgeleverde of gedane stedenbouwkundige vergunning/omgevingsvergunning of een melding in de zin van artikel 4.2.2. Vlaamse Codex ruimtelijke ordening.
    2. Functie die overeenkomt met een milieuvergunning / omgevingsvergunning of melding in de zin van artikel 5.2.1. van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid.

Indien de functie niet blijkt uit een vergunning of melding, wordt deze functie afgeleid uit het gewoonlijk gebruik van het gebouw voorafgaand aan het vermoeden van leegstand.

  1. Leegstand bij nieuwbouw
    Een nieuw gebouw of een nieuwe woning wordt als een leegstand gebouw of een leegstaande woning beschouwd indien dat gebouw of die woning binnen zeven jaar na de afgifte van een stedenbouwkundige vergunning / omgevingsvergunning in laatste administratieve aanleg niet aangewend wordt overeenkomstig zijn functie.
  2. Beschrijvend verslag
    Een opsomming van de elementen die het vermoeden van leegstand staven. Dit beschrijvend verslag is opgenomen in de administratieve akte.
  3. Zakelijk gerechtigde
    De houder van een van volgende zakelijke rechten in afdalende volgorde:
    1. de volle eigenaar
    2. de vruchtgebruiker
    3. het recht van opstal
    4. het recht van erfpacht
    5. de naakte eigenaar
  4. Belastbare periode
    Iedere periode van 12 opeenvolgende maanden van opname in het leegstandsregister. De belasting is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat een gebouw of woning gedurende 12 opeenvolgende maanden is opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister. Zolang het leegstaande gebouw of de leegstaande woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt overeenkomstig artikel 2.2.8 van het decreet Grond- en Pandenbeleid, is de belasting van het aanslagjaar verschuldigd op het ogenblik dat een nieuwe termijn van 12 maanden verstrijkt.

Voor wie

Belastingplichtige

De belasting is verschuldigd door de zakelijk gerechtigde van het leegstaande gebouw of de leegstaande woning vanaf het ogenblik dat die woning of dat gebouw gedurende 12 opeenvolgende maanden is opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister. Zolang het leegstaand gebouw of de leegstaande woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt, is de belasting van het aanslagjaar verschuldigd op het ogenblik dat een nieuwe termijn van 12 maanden verstrijkt. Ingeval er een zakelijk recht bestaat, is de belasting verschuldigd door de houder van dat recht op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt.

De belasting wordt steeds gevestigd in verhouding tot het aandeel van elk van de belastingplichtigen in de woning of het gebouw indien er meerdere eigenaars zijn. Deze zijn allen hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld. Indien geen aangifte wordt gedaan van de eigendomsverdeling, kan iedere mede-eigenaar worden aangesproken voor de volledige belasting.

Verplichtingen bij verkoop

De overdrager van het zakelijk recht (bijvoorbeeld bij verkoop) moet de verkrijger ervan in kennis stellen dat het goed is opgenomen in het leegstandsregister. Tevens moet hij per aangetekend schrijven een kopie van de notariële akte bezorgen aan de gemeente, binnen twee maanden na het verlijden van de notariële akte.

Deze kopie bevat minstens volgende gegevens:

  • naam en adres van de verkrijger van het zakelijk recht en zijn eigendomsaandeel;
  • datum van de akte, naam en standplaats van de notaris;
  • nauwkeurige aanduiding van de overgedragen woning of het gebouw.

Bij ontstentenis van deze kennisgeving wordt de overdrager van een zakelijk recht, in afwijking van artikel 9, als belastingschuldige beschouwd voor de eerstvolgende belasting die na de overdracht van het zakelijk recht wordt gevestigd.

Voorwaarden

Opname in het Leegstandsregister en leegstandsindicaties

1. IGO DIV houdt een leegstandsregister bij. Het leegstandsregister bestaat uit twee afzonderlijke lijsten:

  1. een lijst “leegstaande gebouwen”
  2. een lijst “leegstaande woningen”.

Een woning die geïnventariseerd is als ongeschikt en/of onbewoonbaar, wordt niet opgenomen in het leegstandsregister.

Een gebouw dat of een woning die opgenomen is op de inventaris van verwaarloosde woningen en gebouwen, kan eveneens worden opgenomen in het leegstandsregister, en omgekeerd.

2. De leegstand wordt beoordeeld op basis van één of meerdere objectieve indicaties zoals vermeld in volgende lijst:

  1. Het ontbreken van een inschrijving in het bevolkingsregister op het adres van de woning of van een aangifte als tweede verblijf;
  2. De materiële en/of fysische onmogelijkheid om het pand te betreden, bijvoorbeeld door een geblokkeerde of verzegelde toegang;
  3. Het meer dan 2 jaar aanbieden van het pand als “te huur” of “te koop”;
  4. Het ontbreken van aansluitingen op nutsvoorzieningen;
  5. Een dermate laag verbruik van de nutsvoorzieningen dat een gebruik overeenkomstig de functie van een pand kan worden uitgesloten;
  6. De vermindering van het kadastraal inkomen overeenkomstig artikel 15 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992;
  7. Verwaarlozing van het pand door ernstig vervuild glas- en/of buitenschrijnwerk, niet wind- / waterdicht zijn van het pand.
  8. Het pand is helemaal/gedeeltelijk niet bemeubeld.
  9. Een normaal gebruik van het pand overeenkomstig zijn functie lijkt onmogelijk vermits het pand (groten)deels vernield is.
  10. Het gebouw/woning wordt niet gebruikt conform de vergunde functie.
  11. Het pand vertoont één of meer van de volgende uitwendige tekenen van leegstand: een uitpuilende, dichtgeplakte of geen brievenbus; geblindeerde raamopeningen, langdurig neergelaten rolluiken; langdurige niet of slecht onderhouden omgeving of tuin.
  12. Getuigenissen.
  13. Andere indicaties die ter plaatse kunnen worden vastgesteld zoals opgesomd in het verslag dat bij de akte wordt toegevoegd.

Ondanks inschrijving in het bevolkingsregister op het adres van de woning, kan leegstand worden vastgesteld aan de hand van andere indicaties hierboven beschreven. Als uit de feitelijke indicaties niet onmiddellijk kan worden vastgesteld dat de leegstand al minimaal twaalf opeenvolgende maanden aanhoudt, voert IGO DIV een tweede controle uit.

Een leegstaande woning of een leegstaand gebouw wordt opgenomen in het leegstandsregister aan de hand van een genummerde administratieve akte die het beschrijvend verslag omvat. Het dossier omvat tevens een fotoreportage en een controleverslag, die ter inzage zijn van de belastingplichtige.

De datum van de administratieve akte geldt als de datum van de vaststelling van de leegstand en als inventarisatiedatum in het leegstandsregister.

Hoe gaan we te werk?

Kennisgeving van opname in het leegstandsregister

  • 1. Conform art 2.2.6, §1, tweede lid, van het Grond- en Pandendecreet draagt de gemeente de opmaak, de opbouw, het beheer en de actualisering van het leegstandsregister over aan IGO DIV. IGO DIV fungeert als intergemeentelijke administratieve eenheid en duidt de personeelsleden aan die onderzoeks-, controle– en vaststellingsbevoegdheden hebben, vermeld in artikel 6 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen. IGO DIV voert alle taken uit voor de opmaak, de opbouw, het beheer en de actualisering van het leegstandsregister.
  • 2. IGO DIV stelt de zakelijk gerechtigde per aangetekende zending in kennis van de beslissing tot opname van woningen en gebouwen in het leegstandsregister. Deze kennisgeving bevat:
  • de administratieve akte die het beschrijvend verslag omvat;
  • dit belastingreglement;
  • informatie met betrekking tot de beroepsprocedure tegen de opname in het leegstandsregister.

Artikel 6 - Beroep tegen opname in het leegstandsregister

  • De zakelijk gerechtigde kan beroep indienen tegen de opname in het leegstandsregister bij het college van burgemeester en schepenen. Het beroep moet op straffe van onontvankelijkheid, schriftelijk worden ingediend en gemotiveerd binnen een termijn van dertig kalenderdagen, ingaand de dag na de verzending van de kennisgeving vermeld in artikel 5.
  • Het beroepschrift kan worden ingediend via:
    e-mail: bezwaren@herent.be,
    per aangetekende zending: College van burgemeester en schepenen, Spoorwegstraat 6, 3020 Herent
  • Het beroepschrift moet op straffe van onontvankelijkheid gedagtekend worden en minimaal de volgende gegevens bevatten:
    • de identiteit en het adres van de indiener;
    • het nummer van de administratieve akte en het adres van het gebouw of de woning waarop het beroepschrift betrekking heeft;
    • de motivatie van het beroep;
    • een of meer bewijsstukken die aantonen dat niet voldaan is aan de voorwaarden voor leegstand, met dien verstande dat de vaststelling van de leegstand betwist kan worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, met uitzondering van de eed.
  • Zolang de indieningstermijn van dertig dagen niet verstreken is, kan een vervangend of aanvullend beroepsschrift ingediend worden.
    De beroepsinstantie registreert elk inkomend beroepschrift in het leegstandsregister en meldt de ontvangst en de ontvankelijkheid ervan aan de indiener van het beroepschrift.
    Als de beroepsinstantie vaststelt dat het beroepsschrift onontvankelijk is deelt ze dat aan de indiener mee met de vermelding dat de procedure als afgehandeld wordt beschouwd.
  • Het college doet uitspraak over het beroep en betekent zijn beslissing binnen een termijn van negentig dagen, ingaand de dag na deze van de betekening van het beroepschrift. De uitspraak wordt per aangetekende zending verstuurd.
  • Het beroep wordt geacht ongegrond te zijn als de toegang tot het pand geweigerd of verhinderd wordt voor het feitenonderzoek.
  • Als het college het beroep tegen de beslissing tot opname in het leegstandsregister gegrond acht, of nalaat om tijdig kennis te geven van zijn beslissing, kunnen de eerder gedane vaststellingen geen aanleiding geven tot een nieuwe beslissing tot opname in het leegstandsregister.
  • Indien de beslissing tot opname in het leegstandsregister niet tijdig betwist wordt, of het beroep van de zakelijk gerechtigde onontvankelijk of ongegrond is, neemt IGO DIV het gebouw of de woning in het leegstandsregister op vanaf de datum van de vaststelling van de leegstand.

Kostprijs

Voor de aanslagjaren 2017 tot en met 2019 wordt een jaarlijkse belasting geheven op de woningen en gebouwen die gedurende minstens 12 opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister. De tarieven voor deze periode kan mer terugvinden in het belastingreglement onder artikel 4 "Vaststelling van de belasting".

Tarief en berekening Voor een termijn van 01.01.2020 tot en met 31.12.2025 wordt een jaarlijkse belasting geheven op de woningen en gebouwen die gedurende minstens 12 opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister. 

De belasting voor een leegstaande woning of een leegstand gebouw is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat die woning of dat gebouw gedurende 12 opeenvolgende maanden is opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister. Zolang het leegstaand gebouw of de leegstaande woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt, is de belasting van het aanslagjaar verschuldigd op het ogenblik dat een nieuwe termijn van 12 maanden verstrijkt.

  • De belasting van een gebouw of een woning die voor een eerste termijn van 12 opeenvolgende maanden in het leegstandsregister staat, bedraagt:
    1. € 1.000,00 voor een leegstaand gebouw of ééngezinswoning of voor elke andere woning
    2. € 500,00 voor individuele kamer of studentenkamer zoals gedefinieerd in het kamerdecreet.
  • Indien het gebouw of de woning een tweede opeenvolgende termijn van 12 maanden op de inventaris staat bedraagt de belasting:
    1. € 2.000,00 voor een leegstaand gebouw of ééngezinswoning of voor elke andere woning
    2. € 1000,00 voor individuele kamer of studentenkamer zoals gedefinieerd in het kamerdecreet.
  • Indien het gebouw of de woning een derde opeenvolgende termijn van 12 maanden op de inventaris staat bedraagt de belasting:
    1. € 3.000,00 voor een leegstaand gebouw of ééngezinswoning of voor elke andere woning
    2. € 1.500,00 voor individuele kamer of studentenkamer zoals gedefinieerd in het kamerdecreet.
  • Indien het gebouw of de woning een vierde opeenvolgende termijn van 12 maanden op de inventaris staat bedraagt de belasting:
    1. € 4.000,00 voor een leegstaand gebouw of ééngezinswoning of voor elke andere woning
    2. € 2.000,00 voor individuele kamer of studentenkamer zoals gedefinieerd in het kamerdecreet.
  • Indien het gebouw of de woning een vijfde opeenvolgende termijn van 12 maanden op de inventaris staat bedraagt de belasting:
    1. € 5.000,00 voor een leegstaand gebouw of ééngezinswoning of voor elke andere woning
    2. € 2.500,00 voor individuele kamer of studentenkamer zoals gedefinieerd in het kamerdecreet.
  • Hierna worden bij elke volgende opeenvolgende termijn van 12 maanden dat het gebouw of de woning op de inventaris staat de bedragen van de vijfde termijn gehanteerd.

Afhandeling

Schrapping uit het leegstandsregister Een gebouw wordt uit het leegstandsregister geschrapt, eens een eigenaar bewijst dat meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte overeenkomstig de functie aangewend wordt gedurende een termijn van ten minste zes opeenvolgende maanden.Een woning wordt uit het leegstandsregister geschrapt, eens een zakelijk gerechtigde bewijst dat deze woning gedurende een termijn van ten minste zes opeenvolgende maanden aangewend wordt in overeenstemming met de functie.

De beheerder van het leegstandsregister vermeldt als datum van schrapping de eerste dag van de aanwending overeenkomstig de functie.

Voor de schrapping uit het leegstandsregister richt de zakelijk gerechtigde een gemotiveerd verzoek aan IGO DIV op dezelfde wijze als voor de indiening van een beroepschrift tegen de opname in het leegstandsregister, vermeld in artikel 6.

Indien een woning of gebouw gesloopt werd, wordt deze uit het leegstandsregister geschrapt, als alle puin van het perceel verwijderd is. De zakelijk gerechtigde levert hiervoor een bewijs van stedenbouwkundige vergunning / omgevingsvergunning indien van toepassing en elk ander bewijs van sloop, bijvoorbeeld foto's.

IGO DIV onderzoekt of er redenen zijn tot schrapping uit het leegstandsregister en neemt een beslissing binnen een termijn van twee maanden na de ontvangst van het verzoek. IGO DIV brengt de verzoeker op de hoogte van haar beslissing met een aangetekende brief.

Tegen de beslissing tot weigering van schrapping kan de zakelijk gerechtigde beroep aantekenen volgens de procedure bepaald in artikel 6.

Uitzonderingen

VrijstellingenOm aanspraak te kunnen maken op een vrijstelling dient de vrijstelling steeds tijdig te worden aangevraagd. Elke aanvraag zal beoordeeld worden of aan de voorwaarde voor vrijstelling voldaan is. De belastingplichtige wordt schriftelijk in kennis gesteld of hij al dan niet recht heeft op de gevraagde vrijstelling.Als een vrijstelling wordt toegekend, blijft de woning of het gebouw op het register staan, maar moet de belasting niet betaald worden. 

Van de belasting zijn vrijgesteld:

§1 - Persoonsgebonden vrijstellingen

1° de belastingplichtige die volle eigenaar is van één enkele woning, met name de leegstaande woning, bij uitsluiting van enige andere woning, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende 1 aanslagjaar dat volgt op het jaar van opname in het leegstandsregister;

2° de belastingplichtige die in een erkende ouderenvoorziening verblijft. Het bewijs wordt geleverd door de erkende ouderenvoorziening waar de belastingplichtige verblijft, met dien

verstande dat deze vrijstelling geldt voor 2 jaar volgend op datum van opname in de erkende ouderenvoorziening. Deze vrijstelling kan niet worden verlengd.3° de belastingplichtige die voor een langdurig verblijf (minimum 1 jaar) werd opgenomen in een psychiatrische instelling. Het bewijs van het langdurige verblijf wordt geleverd door de instelling waar de belastingplichtige verblijft, met dien verstande dat deze vrijstelling geldt voor 2 jaar volgend op datum van opname in de psychiatrische instelling. Deze vrijstelling kan niet worden verlengd.4° de belastingplichtige die sinds minder dan één jaar zakelijk gerechtigde is van het gebouw of de woning, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt t.e.m. het heffingsjaar volgend op het verkrijgen van het zakelijk recht. 

§2 -Object gebonden vrijstellingen.

Een vrijstelling wordt verleend indien:

  1. het gebouw of de woning gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan;
  2. het gebouw of de woning geen voorwerp meer kan uitmaken van een stedenbouwkundige vergunning/omgevingsvergunning omdat een voorlopig of definitief onteigeningsplan is vastgesteld;
  3. het gebouw of de woning vernield of beschadigd werd ten gevolge van een ramp, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van 3 jaar volgend op de datum van de vernieling of beschadiging;
  4. er voor het gebouw of de woning een dossier voor een restauratiepremie voor een beschermd monument is ingediend. Deze vrijstelling geldt vanaf het aanslagjaar waarin het dossier wordt ingediend tot en met het aanslagjaar waarin het dossier wordt beëindigd.
  5. de eigenaars die voor de woning of het gebouw een stedenbouwkundige vergunning/omgevingsvergunning aangevraagd hebben in overeenstemming met de stedenbouwkundige voorschriften en brandveiligheids-voorschriften en 4 maanden na het indienen, onafhankelijk van hun wil, geen definitieve bouwvergunning hebben gekregen. Per gebouw of woning kan er slechts eenmalig beroep worden gedaan op deze vrijstelling, hetzij in het jaar dat de aanvraag is ingediend, hetzij in het jaar volgend op het kalenderjaar dat de aanvraag ingediend werd.
  6. het gebouw of de woning gerenoveerd wordt blijkens een niet vervallen stedenbouwkundige vergunning/omgevingsvergunning, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een termijn van 3 jaar volgend op het uitvoerbaar worden van de stedenbouwkundige vergunning. Een verlenging met 1 jaar is slechts één maal mogelijk. Er kan maar eenmalig beroep gedaan worden op deze vrijstelling door eenzelfde eigenaar voor eenzelfde woning of gebouw. De aanvrager geeft toelating om het pand en de geplande en uitgevoerde werken te controleren;
  7. er in het gebouw of de woning door de eigenaars niet vergunningsplichtige werken worden uitgevoerd die van die aard zijn dat de woning of het gebouw tijdens de werken niet in gebruik kan genomen worden.
    Deze vrijstelling kan eenmalig aangevraagd worden door eenzelfde eigenaar voor dezelfde woning of hetzelfde gebouw, voor het aanslagjaar volgend op de start van de werken.
    De eigenaar dient een gedetailleerd renovatieschema voor te leggen waaruit blijkt welke werken in het jaar voorafgaand aan het aanslagjaar werden uitgevoerd.
    Het gedetailleerd renovatieschema dient volgende stukken te bevatten:
    • De aanvangsdatum en uitvoeringstermijn van de werkzaamheden;
    • Een volledige opsomming en korte beschrijving van de uitgevoerde werken;
    • Facturen van maximum 1 jaar oud en voor een bedrag van minstens 2.500,00 euro inclusief BTW, van reeds uitgevoerde werken in het jaar voorafgaand aan het aanslagjaar en/of facturen van aangekochte materialen;
    • Een fotoreportage van de reeds uitgevoerde werken
    • De aanvrager geeft toelating om het pand en de uitgevoerde werken te controleren. De bevoegde overheid kan de aanvraag weigeren wanneer de bedoelde werken en investeringen onvoldoende zijn om 1 jaar te duren en/of wanneer de woning na de werken nog niet zou voldoen aan de normen van Vlaamse Wooncode.


Het renovatiedossier wordt, per aangetekende zending, ingediend bij de gemeente Herent afdeling Omgeving dienst Wonen. De belastingplichtigen worden er schriftelijk van verwittigd of het renovatieschema volledig is bevonden en de vrijstelling toegekend wordt.

  1. Het een gebouw of woning betreft waarvoor de eigenaars in de loop van het aanslagjaar een contract van huurcompensatie afsloten met een erkend sociaal verhuurkantoor;
  2. het een gebouw of een woning betreft die deel uitmaakt van een door de gemeente, het OCMW of een sociale woonorganisatie verkregen sociaal beheersrecht, overeenkomstig artikel 90 van de Vlaamse Wooncode en waarvoor de renovatie-, verbeterings- of aanpassingswerkzaamheden gestart zijn.
  3. het een gebouw of een woning betreft die het voorwerp uitmaakt van een overeenkomst met de gemeente, het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn of een sociale woonorganisatie, uitgezonderd een huurdersorganisatie, met het oog op renovatie-, verbeterings- of aanpassingswerkzaamheden in de zin van artikel 18, §2, van de Vlaamse Wooncode en waarvoor de renovatie-, verbeterings- of aanpassingswerkzaamheden gestart zijn.

De vrijstellingen 6 en 7 kunnen niet cumulatief of na elkaar toegepast worden door eenzelfde eigenaar voor dezelfde woning of hetzelfde gebouw.

§3. De vrijstelling van heffing heeft geen impact op de opname van het gebouw of de woning in het leegstandsregister. De anciënniteit van opname in het leegstandsregister blijft doorlopen tijdens de periode van vrijstelling. Dit betekent dat wanneer de reden tot vrijstelling weg valt, de heffing zal berekend worden op basis van de begindatum van opname in het leegstandsregister.

§4. Indien er meerdere houders van een zakelijk recht zijn op een woning of gebouw en er aan één van de eigenaars een vrijstelling wordt toegekend op basis van een object gebonden vrijstelling, geldt de vrijstelling voor alle houders van het zakelijk recht, zelfs al hebben de andere geen aanvraag tot vrijstelling ingediend.

§5. Uitsluitend de vrijstellingen die in dit reglement zijn opgesomd, worden toegepast.

§6. De aanvraag tot vrijstelling van heffing wordt, vergezeld van de nodige bewijsstukken gericht aan het college van burgemeester en schepenen vóór het verstrijken van de eerste termijn van 12 maanden of een volgende termijn van twaalf maanden na datum van opname in het leegstandsregister. Eens de verjaardag van de inventarisatiedatum is verlopen, kan de gemeente overgaan tot het invorderen van de heffing

Meer info

2017-2019: Het reglement werd goedgekeurd op de gemeenteraad van 10 januari 2017 en is gepubliceerd op 17 januari 2017.

2020-2025: Het reglement werd goedgekeurd op de gemeenteraad van 12 november 2019 en is gepubliceerd op 2 december 2019.