Onze-Lieve-Vrouwplein 87, Herent
Omstreeks 1545 werd het Prinsenhof bewoond door Merten Coomans, secretaris en koster; later door Merten II Coomans, de rentmeester van Jonker Jan vander Ee, heer van Herent en daarna ook door Goswin Boogaerts. Onder de Franse republiek had L. Thielemans, president van het kanton, er zijn residentie. Hij was het die de datum 1789 boven de ingangsdeur liet aanbrengen, waarschijnlijk als verwijzing naar een verbouwing, maar misschien wilde hij ook wel verwijzen naar het jaar van de Franse Revolutie, waar hij sympathie voor had.
Tijdens de Franse overheersing deed het huis dienst als gemeentehuis. Waar de naam Prinsenhof vandaan komt is niet geweten. Hebben de Hollanders misschien tussen 1815 en 1830 die naam aan het huis gegeven als verwijzing naar de Prins van Oranje?
Later werd het pand eigendom van F. Schueremans, die er een olieslagmolen uitbaatte. Een restant van deze installatie is nog aanwezig in de berging links in het gebouw.
De volgende eigenaar werd Ferdinand Schueremans, neef van de voorgaande. Nadien kwam het Prinsenhof aan wed. Walckiers (Fransisca Schueremans) en aan Ludovicus Walckiers, wiens dochter huwde met een Deleval, grootvader van de huidige eigenares.