Hondsdolheid of rabiës is een infectieziekte die kan worden overgedragen van dier op mens. De mens kan gemakkelijk besmet raken na contact met speeksel van een besmet dier. Als de patiënt niet meteen na dat contact wordt behandeld, sterft hij.
Hoewel de ziekte in West-Europa werd uitgeroeid - België is al een tiental jaren vrij van de ziekte - vormt zij elders in de wereld nog steeds een heel groot probleem. In Afrika, Azië en Zuid-Amerika wordt de ziekte in stand gehouden door zwerfhonden.
Sinds enkele jaren krijgt het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) geregeld te maken met reizigers die tegen alle voorschriften in, jonge honden of katten uit hun vakantieverblijf in exotische landen meenemen naar huis. Reizigers moeten beseffen dat het overtreden van de essentiële voorwaarden voor de invoer van dieren uit een besmet land een ernstige zaak is en dat de gevaren die zijzelf en anderen daarbij lopen zeer groot zijn.
Op die manier werden eind 2007 en begin 2008 in ons land twee gevallen van hondsdolheid vastgesteld. In beide gevallen werd een besmette hond die geen symptomen vertoonde illegaal ingevoerd vanuit Marokko. Hondsdolheid kan overgedragen worden lang voordat een besmet dier symptomen vertoont.
Besmette mensen kunnen alleen onmiddellijk na de besmetting nog worden behandeld. Snel optreden is dan ook noodzakelijk telkens wanneer wordt vastgesteld dat een hond of een kat op niet-reglementaire wijze werd ingevoerd.
Reglement
Dit zijn de reglementaire maatregelen die het FAVV neemt bij invoer van carnivoren uit een risicoland:
- Als op niet-reglementaire wijze een dier wordt ingevoerd vanuit een risicoland wordt aan de eigenaar het bevel gegeven zijn dier binnen de 24 uur te doen euthanaseren door een erkend dierenarts. Die procedure is vastgelegd in de nationale regelgeving (KB van 10 februari 1967) en in de Europese regelgeving (Verordening 998/2003).
- Indien de eigenaar dat bevel naast zich neerlegt, neemt het FAVV, zoals bepaald in het KB van 1967, onmiddellijk contact op met de burgemeester van de gemeente die het bevel moet doen uitvoeren.
- Als uit een laboratoriumanalyse blijkt dat er werkelijk sprake is van een besmetting met hondsdolheid worden de mensen en de dieren opgespoord die met het betreffende dier in contact zijn geweest. De mogelijk besmette personen worden dan behandeld en gevolgd door de diensten voor volksgezondheid van de Gewesten en door het Pasteurinstituut, het Belgische centrum bij uitstek voor deze ziekte. Mogelijk besmette dieren worden gevolgd door het FAVV.