Inheems of autochtoon plantmateriaal

Het najaar (vanaf september) is het beste moment om planten, struiken en hagen aan te planten. Zo krijgen ze genoeg tijd om nieuwe wortels aan te maken alvorens het groeiseizoen begint en kunnen ze in het voorjaar voldoende vocht én voeding naar hun takken en bladeren sturen.

Inheems of autochtoon

Een plantensoort is inheems of autochtoon wanneer ze in onze streek van nature voorkomt en een nakomeling is van planten die zich sinds hun spontane vestiging na de laatste ijstijd altijd natuurlijk hebben verjongd, of die kunstmatig vermeerderd werden met strikt lokaal materiaal.

Waarom zijn autochtone planten belangrijk?

Deze planten hebben zich eeuwenlang aangepast aan onze lokale groeiomstandigheden en zijn bijgevolg perfect afgestemd op hun omgeving. Daardoor zijn hun genen van onschatbare waarde en zorgen voor een evenwicht in de natuur: vogels en insecten kunnen precies op het juiste moment smullen van de bessen en zaden. De planten groeien trager (met minder snoeiwerk) en ze zijn minder gevoelig voor vorst en ziektes.

Veel autochtone bomen en struiken worden bedreigd door ontbossing, bosfragmentering, intensief bosgebruik en het verdwijnen van kleine landschapselementen. Ook de massale aanplant van soorten met niet-autochtone herkomst vormt een bedreiging voor de resterende autochtone populaties.

Streef mee naar het behoud van ons inheemse, autochtone groen, vraag naar autochtoon plantmateriaal bij je plantenhandelaar. Het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) heeft een lijst opgemaakt van kwekers die autochtoon plantmateriaal kunnen verhandelen. De lijst van kwekers als een folder over aanbevolen herkomsten kun je via INBO verkrijgen. Om zeker te zijn dat je autochtoon plantmateriaal aanschaft, kun je ook een 'document van de leverancier' vragen. Dit garandeert je de herkomst van het plantmateriaal. Plantgoed met het label 'Plant van Hier' is eveneens autochtoon.