Vroeger moest iedereen de bloei, de zaadvorming en de uitzaaiing van vier soorten distels voorkomen:
• Kale jonker
• Speerdistel
• Kruldistel
• Akkerdistel
Een arrest van de Raad van State (Arrest nr. 237590 van 09/03/2017) heeft tot gevolg dat de algemene verplichting om de bloei van deze vier soorten distels te beletten vervalt. Ook het opleggen van algemene bestrijdingsmaatregelen aan derden om op hun terreinen distels te bestrijden is niet langer mogelijk.
Verplichting landbouwers
De uitspraak van de Raad van State geldt niet voor landbouwers die nog steeds verplicht zijn om akkerdistels te bestrijden op graslanden zoals opgelegd in het kader van de randvoorwaarden in het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid van de Europese Gemeenschap.
Concreet betekent dit voor de landbouwers dat zij de overwoekering van grasland met akkerdistel moeten voorkomen door te vermijden dat akkerdistels in bloei, tot zaadvorming of tot uitzaaiing komen. Met andere woorden: er mogen op graslanden geen akkerdistelhaarden voorkomen. Een akkerdistelhaard is een aaneengesloten oppervlakte van ten minste 10 m² met akkerdistels in bloei, in zaad of uitgezaaid.
Hoe kun je de distel bestrijden?
Elke plant heeft in de natuur een rol. Zo zijn distels interessante nectarplanten voor bijen en vlinders. Sommige rupsen leven alleen op bepaalde distels. Een paar planten laten staan, heeft dus ook zijn voordelen.
Om distelhaarden in te perken, volstaat het om te maaien. Begin met maaien voor de bloei en maai opnieuw op het einde van de zomer en in de late herfst. De reserves worden uitgeput en de plant verdwijnt. Te vroeg en te weinig maaien, heeft een averechts effect. Om zaadverspreiding te vermijden, ruim je de gemaaide stengels het beste op.