Farouk en Roudaina, deel 2 - 'De vlucht over zee'

Farouk, directeur van zijn taleninstituut in Deraa, ten Zuiden van Damascus (zie deel 1), raakt in de tang tussen bombardementen van regeringstroepen en beschietingen door rebellen. Farouk: "Ook vroeger al waren er mensen naar het buitenland getrokken. Maar wie nu achterblijft, heeft ofwel een rechtstreekse band met de regering of met een van de strijdende groepen, ofwel geen geld om naar het buitenland te vluchten."

Een riskant 'plan B'

Dus, weg wezen, maar hoe? En waarom niet gewoon met het vliegtuig naar Europa? Omdat je in geen enkel Europees land zomaar een visum krijgt als je uit Syrië komt. Farouk: "Ik heb in Frankrijk gestudeerd, op de Franse ambassade in Beiroet een visum aangevraagd voor ons gezin, 6 maanden zitten wachten, tevergeefs…" Dus bleef over: vliegen naar Turkije, en dan de boot op, naar Lesbos. Met vrouw en kinderen. Een oversteek van amper 30 kilometer, maar wel gevaarlijk. En dan Griekenland, Macedonië, Servië, Kroatië, Slovenië, Oostenrijk, Duitsland, en uiteindelijk België.

Enkele reis Lesbos

Er wordt gezegd dat Turkije vluchtelingen helpt. Farouk: "Turkije denkt vooral aan geld. Het profiteert van de vluchtelingen om druk uit te oefenen op Europa, en het laat de mensensmokkelaars hun gang gaan. Smokkelaars hebben allemaal een 'patron', en die werkt voor de staat. Toen we daar uit het vliegtuig kwamen werden we al opgewacht door een mensensmokkelaar. Die heeft ons rechtstreeks naar de haven gebracht vanwaar ons schip zou vertrekken. Schip? Een opblaasboot. Ik was bang, maar we hadden geen keuze. Toen kwam de vraag: wie kan de boot besturen? Iemand van jullie zou dat toch doen? Geen sprake van. Uiteindelijk heeft iemand van ons het toch maar gedaan, een Afghaan. Maar die had nog nooit gevaren. We hebben ruim vier uur op zee rondgedobberd zonder goed te weten waarheen, ik heb geprobeerd te helpen met de GPS op mijn telefoon, maar daar moest de Afghaan niet van weten… Dan maar geprobeerd de Turkse of Griekse politie te bellen…. Uiteindelijk heeft de Turkse politie ons gevonden en weer aan land gebracht. Vijf keer hebben we de oversteek gewaagd, de vijfde keer is dat gelukt. Met een snelle boot, maar dat heeft ons nog eens 2.000 euro per persoon gekost..."

En de toekomst?

Hoop je toch ooit naar Syrië terug te kunnen? Farouk: "Dat zou zelfmoord zijn. Volgens mij is de echte oorlog nog niet begonnen. Nu woedt er een gewapende strijd, die zal ooit ophouden, ze zullen wel een oplossing vinden. Maar op dat moment zal de echte oorlog beginnen, de burgeroorlog. Kan ik bijvoorbeeld ooit terugkeren en leven met het feit dat er andere mensen in mijn huis wonen? Kan iemand leven met de moordenaar van zijn of haar partner? Wie is wie? Je weet het niet meer. De vriend van vroeger kan nu je vijand zijn…"
Dus is Europa de toekomst? Farouk: "Ik hoop het, voor mij, en zeker voor mijn kinderen. Maar wij hebben ons laten registreren in Duitsland, moeten we daar terug naartoe? Ik hoop van niet. In Duitsland zijn er veel mensen uit mijn stad, misschien ook mensen die mij hebben bedreigd, ik zou mij daar nooit veilig voelen. Wij zouden liever hier blijven." Wij nemen afscheid. Buiten dendert vrachtverkeer over de drukke straat. Hebben de kinderen daar geen last van? "Dat verkeer, dat went wel. En daardoor valt het geluid van de vliegtuigen niet zo op. Want vooral daar zijn de kinderen nog steeds doodsbang van…"

Wim Jansen en Annemie Van Winckel